Rona Boezelijn
Ik denk dat het door mijn huidskleur komt - #echtgebeurd 1
Bijgewerkt op: 10 jan. 2022
Naast mijn werk als social designer sta ik ook part-time voor de klas om met kinderen en jongeren het gesprek aan te gaan over identiteits-thema's zoals discriminatie, mentale gezondheid, religie, seksuele voorkeur, etc. Eens in de zoveel tijd deel ik een #echtgebeurd. Een verhaal dat ik in de klas heb meegemaakt. Laatst stond ik voor een groep 8 op een basisschool in Hilversum. Een super leuke klas met fijne, rustige maar gezellige leerlingen en een enthousiaste leerkracht. Deze klas vond de onderwerpen waar we het over kwamen hebben niet alleen interessant, ze wisten er ook nog eens veel van af. Met andere woorden, ze waren 'woke'. Echt heel 'woke' vond ik zelfs. Discriminatie, daar hadden we het over. Het programma zit zo in elkaar dat we beginnen met leren en praten over meningen en feiten. Wat is een feit, hoe controleer je een feit? En wat is dan een mening en hoe onderbouw je die? Waarom is dat belangrijk? Zo leren leerlingen dat ze meningen mogen hebben, maar dat ze dit niet als feiten hoeven te brengen en dat ze op die manier een gesprek met een ander kunnen aangaan die met hen van mening verschilt. In de tweede les vertellen wij onze ervaringen met discriminatie en laten we de leerlingen ook hun ervaringen delen. In de derde les besteden we aandacht aan verhalen van daderschap, want het is belangrijk dat zij beseffen dat wij geen heiligen zijn. Ook besteden we dan aandacht aan de oorzaken van discriminatie. Een van de meest belangrijke onderdelen, als je het mij vraagt, die oorzaken. Het biedt namelijk inzicht in waarom sommige mensen doen wat ze doen. We vragen de leerlingen: waarom denken jullie dat mensen discrimineren? Vaak is dat een lastige vraag, ook deze les. Het is moeilijk om op een antwoord te komen, als je je bijna niet voor kan stellen dat iemand zoiets überhaupt zou doen. Dus ik vroeg aan hen of ze een verhaal wilde delen, een moment dat zij werden gediscrimineerd, en of ze vervolgens konden nadenken wat de reden geweest zou kunnen zijn dat de persoon in kwestie dat heeft gedaan. Een van de leerlingen stak haar vinger op. Ik gaf haar de beurt en vervolgens vertelde ze een verhaal over een vader van een vriendinnetje van haar, die zijn dochter niet met haar wilde laten spelen. "Als ik met haar omging, en hij zag dat, trok hij haar altijd bij me weg en dan keek hij me heel raar aan. Zo," zei ze, en ze trok een vies gezicht. "Wat vervelend dat dat is gebeurd," zei ik, "bedankt voor het delen. Heb je een idee waarom de vader van dat vriendinnetje dat deed?" Vroeg ik? Toen ik het vroeg, wist ik direct dat ik de vraag wellicht beter anders had kunnen formuleren. Haar antwoord bevestigde dit direct. "Ik denk dat het door mijn huidskleur kwam." En zomaar sprongen de tranen in mijn ogen. Mijn kwetsbaarheid laten zien door te huilen in de klas is niet iets wat ik wekelijks doe. Ik hoor immers zoveel verhalen, je raakt eraan gewend. En dat betekent niet dat ze niet meer verschrikkelijk verdrietig kunnen zijn, maar je leert ermee dealen. Maar daar zat ik ter plekke bijna te janken voor de klas. Dit kind, ik schat zo'n 12 jaar oud, dat zulke ontzettend slimme dingen had gezegd de afgelopen drie weken, raakte daar een pijnlijke plek. "Ik denk dat het door mijn huidskleur komt." Bijna wil ik instinctief doorvragen om haar op het juiste pad te zetten, maar mijn verdriet slaat om naar woede en ik gebruik het moment om een statement te maken, waarvan ik hoop dat ze het nooit meer zal vergeten. "Weet je," zeg ik, "mensen discrimineren om veel verschillende redenen. Sommige mensen hebben negatieve ervaringen gehad in het verleden met een bepaalde bevolkingsgroep, anderen doen het om stoer gevonden te worden en bij de groep te horen en weer anderen weten simpelweg niet beter, omdat hun ouders hen het zo hebben aangeleerd. Maar dat maakt het nooit goed wat ze doen. En het neemt ook niet weg dat het nog steeds hun verantwoordelijkheid is. Dat andere mensen problemen hebben, is niet jouw schuld. Het is niet jouw schuld als je wordt gediscrimineerd en het is al helemaal niet de schuld van jouw huidskleur, jouw seksualiteit, jouw gender, jouw religie of jouw etniciteit". Ik weet niet of ze me begrijpt. Ze kijkt me aan en knikt zachtjes. Het is alsof ik weer wakker word en we gaan door met de les alsof er niks is gebeurd. Na de les stap ik op haar af. Ik vraag aan haar "mag ik even wat tegen je zeggen, zullen we even naar de gang lopen?" Ze knikt. Eenmaal op de gang zak ik door mijn knieën. Ik kijk haar in haar ogen en ik zeg: "ik vind je zo'n slimme meid. Ik wil dat je weet dat je alles kan doen wat je ooit zou willen doen. Laat niemand je ooit vertellen dat je iets niet zou kunnen door hoe je eruit ziet of waar je vandaan komt." Heel even is ze stil en kijkt ze me aan. Dan verschijnt er een ondeugende glinstering in haar ogen en antwoordt ze "ik vind mezelf ook heel slim." Ik wil bijna in lachen uitschieten, maar ik glimlach alleen maar en zeg "goed zo, kom we gaan terug naar de klas."